Eind maart 2025 keurde de Kamer een wetsontwerp goed dat het maximale aantal uren studentenarbeid verhoogt van 475 naar 650 uren per kalenderjaar. De maatregel geldt retroactief vanaf 1 januari 2025, maar is pas definitief na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Deze uitbreiding bouwt verder op de tijdelijke verhoging tot 600 uren die van toepassing was in 2023 en 2024. Binnen het contingent van 650 uren kunnen studenten blijven werken onder het gunstige statuut waarbij slechts een solidariteitsbijdrage verschuldigd is, in plaats van de gewone sociale zekerheidsbijdragen. Dat biedt studenten de mogelijkheid om meer werkervaring op te doen, en tegelijk blijft het voor werkgevers een kostenefficiënte manier om tijdelijke arbeidskrachten in te zetten.
Om in aanmerking te komen voor het studentenstatuut, moet aan enkele voorwaarden worden voldaan:
De student moet minstens 15 jaar zijn en niet langer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht.
De tewerkstelling moet gebeuren via een schriftelijke studentenovereenkomst.
De werkgever moet een Dimona-aangifte (type STU) indienen, uiterlijk op de eerste werkdag.
Studenten mogen enkel werken buiten de verplichte schooluren.
Het contingent van 650 uren per kalenderjaar mag niet overschreden worden. Zoniet zijn reguliere sociale bijdragen verschuldigd.
Er zijn daarnaast fiscale en sociale aandachtspunten: een te hoog inkomen kan het recht op het Groeipakket beïnvloeden, en het fiscaal ten laste blijven van de ouders in het gedrang brengen.