Via een wetsontwerp van 19 oktober 2023 kondigt de federale regering een nieuwe maatregel aan voor huurders die de betaalde huur als beroepskosten in aftrek nemen. Dit wetsontwerp werd aangenomen op 28 november 2023.
Als een eigenaar van een tweede woning dit pand particulier verhuurt, wordt vandaag niet belast op de reële huurinkomsten, maar wel op het geïndexeerd kadastraal inkomen verhoogd met 40%.
Als een huurder deze woning wil gebruiken voor professionele doeleinden, dan is er geen taxatie op basis van het KI, maar wel op basis van de reële ontvangen nettohuur (met als minimum het geïndexeerd kadastraal inkomen verhoogd met 40%).
Omwille van de grote impact van het gebruik door de huurder (particulier of professioneel), vermelden huurovereenkomsten voor private verhuur meestal dat een pand enkel voor private doeleinden gebruikt mag worden.
Anno 2023 beschikt de fiscale administratie over onvoldoende gegevens om na te gaan of de bij de huurder in aftrek gebrachte huurvergoedingen bij de verhuurder worden aangegeven op basis van het nettohuurinkomen.
Daarom wordt vanaf aanslagjaar 2024 een nieuwe bijlage toegevoegd aan de aangifte personenbelasting en vennootschapsbelasting. Als gevolg hiervan zullen zowel particuliere huurders als vennootschappen-huurders, die huurvergoedingen in aftrek nemen, een bijlage moeten toevoegen aan de aangifte met vermelding van:
– naam, adres en rijksregisternummer of ondernemingsnummer van de verhuurder
– adres van het onroerend goed
– bedrag van de huurvergoedingen
– het gedeelte van de huurvergoedingen dat als beroepskost in aftrek werd genomen
Wanneer deze nieuwe verplichting niet wordt gerespecteerd, zullen de huur- of andere vergoedingen niet aftrekbaar zijn als beroepskosten.
Bron: Vandelanotte