Om te vermijden dat huurders en houders van zakelijke gebruiksrechten betaalde of toegekende vergoedingen fiscaal niet in aftrek kunnen nemen, moeten zij vanaf aanslagjaar 2024 een bijlage 270 MLH bij hun belastingaangifte voegen.
Deze extra verplichting is per onroerend goed van toepassing in de volgende gevallen:
- wanneer een huurder of houder van zakelijke gebruiksrechten (erfpacht, opstal, vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, enz.) als natuurlijke persoon vergoedingen wil aftrekken als beroepskost
- wanneer deze partij als rechtspersoon een aangifte in de inkomstenbelasting moet indienen. De aangifteverplichting is hierbij dus niet afhankelijk van enige vergoeding of aftrek.
Deze aangifteverplichting geldt niet als een btw-factuur of -stuk beschikbaar is. Momenteel ligt er ook een wetgevend initiatief voor dat land- en tuinbouwers moet vrijstellen van deze rapporteringsplicht.
In de aangifte moeten de identificatiegegevens van de verhuurder of verlener van het zakelijke gebruiksrecht worden vermeld, samen met de ligging van het onroerend goed, de vergoedingen en het bedrag dat in aftrek werd gebracht.
Ook goed om weten: afschrijvingen worden door de administratie niet als vergoedingen. Zij moeten dus niet worden opgenomen in de bijlage.
Als de rapporteringsplicht niet wordt nageleefd, dan zijn de toegekende vergoedingen en voordelen niet aftrekbaar.
Bron: Tiberghien