Akkoord over referentie-CO2-uitstoot van bedrijfswagens voor 2024
Eind januari 2024 bereikte minister van Financiën Vincent Van Peteghem een akkoord binnen de federale regeling voor de bepaling van de referentie-CO2-uitstoot voor bedrijfswagens.
De CO2-uitstoot is een belangrijke parameter om het voordeel alle aard (VAA) voor bedrijfswagens te berekenen. Deze hervormde berekeningsmethode houdt rekening met het totale wagenpark in ons land, wat een correcte en representatieve berekening oplevert.
Het zogenaamd voordeel van alle aard (VAA) wordt forfaitair berekend en hangt af van de cataloguswaarde, de CO2-uitstoot en de leeftijd van de wagen. De CO2-uitstoot in de berekeningsformule is gekoppeld aan de jaarlijkse evolutie van de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuw ingeschreven wagens, de referentie-uitstoot. Zonder aanpassing zou de referentie-uitstoot fors terugvallen door de forse opmars van elektrische wagens. Het belastbaar voordeel zou daardoor aanzienlijk stijgen.
Dat heeft te maken met de uitstootwaarden die worden gebruikt: een uitstoot met laboratoriumtesten (NEDC) of met tests op de openbare weg (WLTP). Tot nu toe werd bij de bepaling van de referentie-CO2-uitstoot alleen rekening gehouden met de (lagere) NEDC-waarden van wagens. Maar sinds 2021 hebben nieuw ingeschreven wagens met een verbrandingsmotor alleen een (hogere) WLTP-waarde en zou slechts 39% van de auto’s – inclusief de elektrische – meegenomen worden in de berekening.
Daarom wordt vanaf het inkomstenjaar 2024 rekening gehouden met de uitstootwaarden van álle wagens.
Wie met een bedrijfswagen op diesel of benzine rijdt, zal de maandelijkse belasting op het privégebruik dus minder hard zien stijgen dan initieel gevreesd.
Het belastbaar voordeel van een volledig elektrische bedrijfswagen blijft onveranderd. Omdat ze geen CO2-uitstoot hebben, wordt in de berekeningsformule gewerkt met een vaste CO2-coëfficiënt van 4%. Wel geldt altijd een minimaal belastbaar voordeel dat jaarlijks geïndexeerd wordt. In 2024 bedraagt dit 1.600 euro, ofwel circa 133 euro per maand.
In ruil voor dit fiscale cadeau aan vervuilende bestuurders, stimuleert de overheid het gebruik van de fiets en trein voor woon-werkverkeer. Dit gebeurt via:
- Een hoger fiscaal plafond (tot 3.500 euro) voor de vrijgestelde fietsvergoeding. Tot nu toe bedroeg dit plafond 2.500 euro per kalenderjaar. Ter info: het maximumbedrag van 2.500 kwam overeen met 7.142 kilometers per jaar (ingeval van een maximale vergoeding van 35 eurocent). Met 3.500 euro wordt dit 10.000 kilometer per jaar.
- Een goedkoper treinabonnement voor 100.000 werknemers. Het gaat om werknemers, actief in de privésector, waar het derdebetalersysteem niet van toepassing is. Vanaf nu zou de Belgische staat 7,5% en de werkgever 71,8% van de prijs van het treinabonnement betalen. Dat betekent dat de werknemer nog 20,7% moet betalen.
Dit voorstel moet nog goedgekeurd worden door de Nationale Arbeidsraad. Het is dus nog afwachten wanneer deze regeling van kracht wordt.