Terug naar overzicht

Neemt de federale regering managementvennootschappen in het vizier? Fiscale voordelen onder druk

Door Accountants Academy op

Managementvennootschappen zijn de laatste jaren sterk in opmars. Waar dit vehikel vroeger vooral werd gebruikt door artsen, advocaten of topmanagers, zien we vandaag een veel bredere groep ondernemers instappen. Vooral jonge professionals die naast hun hoofdopdracht flexibel extra werk willen aannemen, vinden de formule aantrekkelijk.

Volgens ramingen van Statbel steeg het aantal in vijf jaar van 20.000 naar 55.000. Tegelijk groeiden de opgepotte winsten tot ruim 57 miljard euro. Voor de federale regering, die op zoek is naar miljarden extra inkomsten, is dit een opvallende evolutie.

Hoe werkt het?

Een managementvennootschap fungeert als tussenpersoon tussen de zelfstandige en zijn opdrachtgever. De vergoeding wordt gefactureerd aan de vennootschap, die vervolgens een loon uitkeert. Wat overblijft, kan worden opgepot of uitgekeerd als dividend.

Het fiscale voordeel is aanzienlijk: een loontrekkende betaalt al snel meer dan 50 procent belastingen, terwijl in een vennootschap het tarief meestal rond 20 à 25 procent ligt. Starters genieten vier jaar van een verlaagd tarief van 20 procent. Bijkomende gunstregimes zoals VVPR-bis of de liquidatiereserve laten toe om winsten later tegen een lager tarief uit te keren.

Waarom populair?

  • Fiscale optimalisatie: gemiddeld 35 procent belastingdruk tegenover 50 procent bij een eenmanszaak en 60 procent bij loontrekkenden (incl. werkgeversbijdragen).

  • Aftrekbare kosten: beroepskosten, een deel van de woning en bedrijfswagens.

  • Flexibiliteit: vrijheid om opdrachten te combineren en inkomsten zelf te structureren.

  • Voor wie maandelijks 10.000 euro of meer factureert, is het vaak voordeliger om een vennootschap te gebruiken.

Keerzijde

De snelle groei betekent minder inkomsten uit de personenbelasting. Bovendien hebben bedrijfsleiders minder sociale bescherming: geen werkloosheidsuitkering, beperktere pensioenrechten en hogere kosten door verplichte boekhouding. Ook schijnzelfstandigheid blijft een risico.

Lopende en mogelijke maatregelen

De regering verhoogt vanaf 2026 het minimumloon dat bedrijfsleiders zichzelf moeten uitkeren van 45.000 naar 50.000 euro om aanspraak te maken op het verlaagde tarief van 20 procent. Daarnaast mag nog slechts 20 procent van het brutoloon bestaan uit voordelen van alle aard.

Mogelijke volgende stappen zijn een verdere verhoging van het minimumloon, de herkwalificatie van hoge dividenden tot loon, het afschaffen van gunstregimes zoals VVPR-bis en liquidatiereserve, of het schrappen van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting. Structureel kan ook de belastingdruk op arbeid worden verlaagd om de kloof met vennootschappen te verkleinen.

Kortom, managementvennootschappen blijven een populair instrument voor fiscale optimalisatie en flexibiliteit, maar weet dat de wetgever momenteel kritischer meekijkt. Jouw taak als accountant: ondernemers en zelfstandigen tijdig informeren over de risico’s en mogelijke wijzigingen in de komende jaren.