Als alles volgens plan verloopt, wordt in België op 1 januari 2026 de nieuwe belasting op meerwaarden ingevoerd. Het is verstandig om uw portefeuille en bijhorende waarderingen alvast onder de loep te nemen.
De meerwaardetaks richt zich op ondernemers, investeerders, (internationale) vzw’s, private stichtingen en anderen die winst maken bij de verkoop van diverse financiële activa. Dit kan gaan om aandelen, obligaties, opties, valuta’s, of spaar- en beleggingsverzekeringen. Enkel de winsten die na 1 januari 2026 ontstaan, vallen onder deze regeling – er is geen terugwerkende kracht. Uitzonderingen gelden voor aandelen in start-ups, groeibedrijven en kleine ondernemingen, evenals voor opbrengsten uit pensioen(spaar)fondsen en groepsverzekeringen.
Drie verschillende regimes
Er komen drie afzonderlijke belastingstelsels, elk met eigen regels:
Standaardregeling voor particuliere beleggers en kleine aandeelhouders
Voor deze groep geldt dat meerwaarden boven een jaarlijkse drempel van 10.000 euro belast worden tegen 10%. Niet-gebruikte vrijstellingen kunnen maximaal één jaar doorgeschoven worden.
Getrapt tarief voor ondernemers met een aanzienlijk belang
Wie zelf, of samen met naaste familie (tot de vierde graad), direct of indirect minstens 20% van de aandelen of stemrechten bezit of in de tien jaar voor de verkoop in handen had, valt onder een gunstiger stelsel. Hier geldt een jaarlijkse vrijstelling tot één miljoen euro aan meerwaarden. Op het bedrag boven die grens geldt een oplopend tarief van 1,25 tot 10%, afhankelijk van de omvang van de gerealiseerde winst.
Interne overdrachten
Bij overdrachten naar een eigen of familiale holding wordt vanaf 2026 een vast tarief van 33% geheven op de interne meerwaarde.
Belang van een correcte waardering
Vanaf 2026 worden winsten op financiële activa belast. U hebt weliswaar tot 31 december 2026 de tijd om uw waarderingen vast te leggen, maar het is raadzaam daar nu al werk van te maken. Daarbij is de oorspronkelijke aankoopprijs essentieel. Hoe die bepaald wordt, hangt af van de situatie. Voor aandelen die u bijvoorbeeld zelf heeft gecreëerd bij de oprichting van uw bedrijf, is de waarde op 31 december 2025 bepalend.
Voor niet-beursgenoteerde activa kan de initiële waarde op verschillende manieren berekend worden, zoals het eigen vermogen vermeerderd met viermaal de brutobedrijfswinst (ebitda). Dit kan echter een lagere bedrijfswaarde opleveren, waardoor de uiteindelijke meerwaardetaks hoger uitvalt.
Goed onderbouwde waardering
Om dit te vermijden is het verstandig uw onderneming vanuit meerdere invalshoeken te laten waarderen. Een waardering is immers geen vaststaand bedrag, maar eerder een bandbreedte. Alleen een waardebepaling door een onafhankelijke gecertificeerde accountant of bedrijfsrevisor wordt door de fiscus als tegenbewijs geaccepteerd.
Documenteer deze waarderingsbandbreedte zorgvuldig. Voor activa die u vóór 2026 heeft verworven, blijven historische meerwaarden vrijgesteld, op voorwaarde dat u de waarde per 31 december 2025 kunt aantonen. Bij een controle ligt de bewijslast voor de meerwaarde bij de fiscus. Maar als de fiscus een lagere waarde hanteert dan de werkelijke, moet u dat met sluitend bewijs kunnen weerleggen. Zorg er dus voor dat aankoopbewijzen, waarderingsrapporten en andere relevante stukken goed bewaard blijven. Zo voorkomt u onaangename verrassingen bij een fiscale controle.