Terug naar overzicht

Aandelenwaardering tegen eind 2025: strategische hefboom of risico voor ondernemers?

Door Accountants Academy op

Met de komst van de meerwaardebelasting op aandelen vanaf 1 januari 2026 krijgt de waardering van aandelen op 31 december 2025 een cruciale betekenis. Voor ondernemers die hun vennootschap ooit wensen te verkopen, zal dit “vastklikmoment” bepalen hoeveel meerwaarde in de toekomst effectief belastbaar wordt. Voor accountants betekent dit dat een correcte én strategisch onderbouwde waardering essentieel wordt in het vermogens- en successieplan van hun cliënten.

Impact nieuwe meerwaardebelasting

Vanaf 2026 wordt een belasting geheven op gerealiseerde meerwaarden op financiële activa. Voor participaties van minstens 20% geldt een vrijstelling tot één miljoen euro. Daarna gelden trapsgewijze tarieven, oplopend tot 10% vanaf tien miljoen euro meerwaarde. Historische meerwaarden – opgebouwd vóór 2026 – blijven buiten schot, wat het belang van de waardering eind 2025 nog groter maakt.

Wettelijke waarderingsmethode niet altijd sluitend

De fiscus voorziet als referentiekader een waarderingsformule: ebitda x 4 + eigen vermogen. Deze methode zal ook bij controles worden toegepast. Toch is het aangewezen om kritisch te kijken of deze benadering het juiste beeld geeft. Bij vastgoedvennootschappen, waar de ebitda relatief laag kan zijn terwijl de reële waarde vooral in de activa schuilt, kan de wettelijke methode bijvoorbeeld sterk tekortschieten.

Als accountant kun je alternatieve methodes motiveren en hanteren, op voorwaarde dat ze economisch verdedigbaar zijn. Een herwaardering “forceren” via uitzonderlijke boekingen is niet alleen aan strikte regels gebonden, maar kan ook leiden tot fiscale betwistingen. De fiscus is bovendien niet verplicht om een alternatieve waardering te aanvaarden, tenzij die zorgvuldig onderbouwd is.

Praktische aanpak en timing

De definitieve waardering laat je best pas opmaken zodra de cijfers van 2025 vastliggen – doorgaans midden 2026, na goedkeuring van de jaarrekening. Er is tijd tot eind 2026 om een waarde aan de aandelen toe te kennen. Het is dus zinvol om die periode te benutten voor overleg met de klant, en waar nodig verschillende methodes naast elkaar te plaatsen. Het hanteren van een gemiddelde van meerdere waarderingsmethoden kan extra stevigheid bieden in een eventuele discussie met de fiscus.

Dividendpolitiek: aandachtspunt in 2026

Een dividenduitkering tijdens de gewone algemene vergadering in 2026 wordt toegerekend op boekjaar 2025 en vermindert daardoor het eigen vermogen én de aandelenwaarde per 31 december 2025. Dat kan nadelig uitvallen bij de vastklikwaardering. Een oplossing kan zijn om het dividend pas via een bijzondere algemene vergadering in 2026 uit te keren, zodat de vermindering pas in de jaarrekening van 2026 zichtbaar wordt. Dit vraagt een bewuste afstemming van de dividendpolitiek op de fiscale kalender.

De bredere context: verkoop versus successie

Niet elke ondernemer is gebaat bij een zo hoog mogelijke waardering. Bij verkoop in de toekomst is een hogere waarde vandaag vaak gunstig, omdat de latere meerwaarde kleiner wordt. Maar in het kader van successieplanning – bijvoorbeeld bij schenking van aandelen of familiale uitkoop tussen erfgenamen – kan een lagere waardering net voordeliger zijn.